zondag 4 januari 2015


Naarden  was  one of the last fortresses in the Netherlands which  remained in French hands throughout November  1813 and  May 1814 , until well after Napoleon’s abdication.  Only on 12 May   did the town’s commander General de Brigade Jacque de la Porte, whose seconde-in-commando Colonel Jean Falba was the infamous commander of the troups for the Worden Massacre on 25 Novemver 1813, finally surrender the fortress.  


The Diary of Albertus Perk and the Siege of Naarden : 1813-1814  --  Translated and edited by Bas de Groot




NOTARIS ALBERTUS PERK







Oorsprong en lotgevallen van de collectie


Albertus was een man van brede- zo niet universele- belangstelling.
Behalve op de geschiedenis van het Gooi, ook ambtshalve voor hem van belang,
richtte deze zich o.m. op de letteren, de beeldende kunsten, godsdienst, filosofie,
archeologie, iconografie, maar ook op de bevordering van de welvaart in het Gooi.
[Dit laatste] o.m. door de ontginning van de woeste gronden, de aanleg van kanalen
e.d. en in verband daarmede op voor die tijd moderne landbouwmethoden
( w.o. het gebruik van kunstmest).


Reeds zijn vader, Jan Jansz Perk (de vierde)- een grotendeels autodidact- had
veel aangetekend en verzameld inzake de Gooise historie. De zoon is op die
weg voortgegaan en heeft daarvoor o.m. contacten gezocht met vrijwel alle
vooraanstaande personen uit die tijd in ons land op het gebied van de historie
en het archiefwezen. Zo had hij tenslotte een omvangrijke boekerij (ook andere 
gebieden bestrijkend) bijeengebracht, alsook een verzameling kaarten en een
collectie oudheidkundige voorwerpen, die bij opgravingen in het Gooi aan
het daglicht gekomen waren.


Nog tijdens zijn leven heeft hij enkele zeer oude kaarten van het Gooi aan het
Algemeen Rijksarchief in Den Haag geschonken. Mogelijk heeft hij ook nog wel
andere stukken uit zijn collectie zelf een bestemming gegeven. In ieder geval
moet er bij zijn overlijden een grote en waardevolle verzameling, van zeer
uiteenlopende aard, achtergebleven zijn. Aangenomen mag worden dat de vraag, 
hoe hierover te beschikken, zich destijds niet aanstonds heeft voortgedaan.



Immers de weduwe en 3 ongetrouwde volwassen kinderen zijn het huis blijven
bewonen. […]. Hoe dat zij, in ieder geval is aan de geschetste situatie een einde
gekomen in 1917.[…]. Wat er daarna met de verzameling is gebeurd is mij slechts
ten dele duidelijk geworden. Vermoedelijk is aanvankelijk alles overgebracht naar
het huis van de kleinzoon-naamgenoot (en eveneens notaris). Het valt te vrezen dat
destijds de kennis van de collectie, en daarmede het besef van haar waarde als één
geheel (als een beeld van de veelzijdigheid van Albertus Perk) reeds sterk verminderd, 
zo niet vrijwel geheel verloren gegaan was.


Bepaald, waardevolle gedeelten (w.o. de archeologische collectie en boeken en
kaarten inzake de historie van het Gooi) zijn in de loop van de tijd aan het Goois
Museum geschonken. Met de overige papieren zal men niet goed weg geweten
hebben. En zo zal men er toe gekomen zijn er geen bezwaar tegen te maken dat
deze en gene snuffelaar er in kwam neuzen en er stukken uit ‘leende’. Op grote
schaal moet in ieder geval de heer C.L. Heek in dit opzicht actief geweest zijn.
Naar ik van verschillende kanten vernam, was hij een merkwaardige, maar over
het algemeen zeer gewaardeerde figuur in het Hilversum van vóór de tweede
wereldoorlog. .[…]. Na zijn dood (op nieuwjaarsdag 1941) bleek zijn woning
boordevol te zijn met paperassen van de meest uiteenlopende aard, schijnbaar
ongeordend door elkaar. Tot overmaat van ramp hebben de erfgenamen de boedel 
laten veilen door een makelaar die de waarde van oude boeken en papieren niet
besefte. […]. Dit drama heeft zich mede voltrokken (en daarom is het hier in
herinnering gebracht) aan een waarschijnlijk vrij omvangrijk deel van de door
Albertus Perk nagelaten papieren. Gered is slechts het koptiendenarchief tesamen
met een beperkt aantal stukken van andere aard. De familie heeft deze stukken op
de veiling gekocht en daarna aan het Goois Museum geschonken. Vervolgens
zijn- al weer vele jaren geleden- overgebracht naar het Rijksarchief te Haarlem.
Niet te schatten is, hoeveel andere stukken over verschillende kopers verdeeld
nog elders bewaard gebleven zijn.


De aldus gehavende collectie is nog overgebracht geweest naar de woning van 
K.J. Perk, broer van genoemde Albertus Perk jr.. Na diens dood is ze aan het
Goois Museum geschonken.


Tenslotte dient nog een andere aderlating vermeld te worden. Met toestemming van
de voorganger van dhr. Zijlstra is een aantal stukken, min of meer betrekking hebbend 
op de geschiedenis van de Hervormde Gemeente door de archivaris van die kerk voor
zijn archief uitgezocht en meegenomen. Een lijst van deze stukken is aanwezig terwijl
aangenomen mag worden dat de stukken zelf daar goed bewaard zijn.


Uit: Verslag van de bewerking van de collectie Perk in het Goois Museum, door
P.W. de Lange. Zie coll. De Lange, nr 44.



Voor een biografie van Albertus Perk zie:


P.W. de Lange. Eén en ander over Albertus Perk (1795-1880);


Een Hilversummer van Landelijk niveau; zijn achtergronden, leven en werken 
en karakter. Hilversum, 1980.



Deze inventaris is bewerkt en voorzien van een concordans in 1988.
Aan de collectie zijn enkele stukken afkomstig van het Goois Museum en
oorspronkelijk tot de verzameling behorend, toegevoegd. Het archief is
verder opnieuw verpakt, hetgeen betekend dat de oude doosnummering
evenals de oude nummering vervalt. Aangezien de collectie zowel bestaat 
uit aantekeningen van Albertus Perk als uit originelen (o.a. uit andere
archieven) is dit in de omschrijving duidelijk gemaakt door de formulering
‘aantekeningen en stukken’.




Bij het Goois Museum berusten de kaarten-, prenten- en portrettencollectie 
van Albertus Perk.


HISTORY OF GOOILAND, GOOIERS & ERFGOOIERS